Het verdriet om een ingrijpend verlies gaat niet zomaar voorbij. Een rouwproces vraagt heel veel inspanning en keihard werken.
Wij hanteren de vier rouwtaken zoals deze zijn beschreven door de Amerikaanse psycholoog J. Worden. Deze zegt dat er bij rouw –de aanpassing aan verlies- vier basistaken zijn te doorwerken. Het is van belang dat de rouwende deze taken voltooit wil het verlies een plek kunnen krijgen. Niet afgemaakte rouwtaken kunnen verdere groei en ontwikkeling belemmeren.
De taken hebben geen specifieke volgorde, maar er is wel een zekere volgorde voorgesteld in de omschrijvingen. Zo kan men bij voorbeeld niet met de emotionele gevolgen van een verlies omgaan als men ontkent dat het verlies heeft plaatsgevonden.
Rouw is een proces en geen toestand. Het kost dan ook moeite om de vier taken te doorlopen, het veronderstelt activiteiten van de betrokkene zelf, maar ook impliceert het de mogelijkheid van externe beïnvloeding.
We herkennen, zowel bij kinderen als volwassenen, vier rouwtaken:
1) Realiseren dat het verlies werkelijk is gebeurd (erkennen).
Sommigen weigeren te erkennen dat de dood een vaststaand gegeven is en lopen bij de eerste taak van de verwerking al vast. Deze ontkenning kan op verscheidene niveaus plaatsvinden en
kan verschillende vormen aannemen, maar meestal gaat het om het verlies zelf, de betekenis of
de onomkeerbaarheid van het verlies.
Om tot aanvaarding van het feit van het verlies te komen is tijd nodig. Het gaat niet alleen om de rationele
aanvaarding, maar ook de emotionele. Vanaf de geboorte krijg je informatie over de innerlijke
en uitwendige wereld. Bij verlies is de feitelijke informatie over toedracht, oorzaak en gevolg een
onmisbaar bestanddeel om verder te kunnen. Informatie over het verlies maakt dat het verlies
ingepast kan worden in het bestaande denkkader.
2) Herkennen van de pijn die bij het verlies hoort.
Eerst de pijn voelen, dan verwerken.
Het kind moet de omgeving als veilig ervaren voordat het in staat zal zijn om deze gevoelens te
uiten.
Het voltooien van deze taak wordt bemoeilijkt door de interactie tussen de rouwende en de
mensen uit zijn omgeving. Vaak werken (goedbedoelde) adviezen tegengesteld. “je hoeft geen
verdriet te hebben, je hebt alleen maar medelijden met jezelf”. Dit kan leiden tot een verdringing
van het verdriet, tot het ontkennen van de noodzaak tot rouwen. Het gaat hierbij om twee
ogenschijnlijk tegengestelde processen: onthechting en identificatie. Onthechting ontstaat door
het zich herhaaldelijk herinneren en herbeleven van de ervaringen met de overledene voor zijn of
haar dood, waardoor geleidelijk de banden losser worden en de realiteit van het leven zonder
hem of haar wordt geaccepteerd. Bij de identificatie neemt de rouwende en stukje van de
overledene in zich op en maakt zich dat eigen om hem of haar zo altijd bij zich te houden.
3) Verkennen van het leven zonder de overlede.
Het aanpassen aan een nieuw leven heeft verschillende betekenissen voor mensen, die afhangen
van de band met de overledene en de uiteenlopende taken die deze vervulde.
4) Het durven aangaan van nieuwe relaties.
Het aan kunnen gaan van nieuwe relaties heeft sterk te maken met het vinden van de juiste plaats voor de overledene in het psychologisch leven van de nabestaande – een plaats die belangrijk is, maar ook ruimte laat voor anderen.
Een kind heeft bij het doorwerken van deze vier taken behoefte aan: informatie, betrokkenheid, bescherming, veiligheid en herinneringen en vertrouwen, openheid, contact. Vaak is dit moeilijk te krijgen omdat de overgebleven ouder in beslag wordt genomen door de eigen gevoelens dat er geen tijd is voor de gevoelens van het kind. Soms vinden ouders het ook heel pijnlijk vinden om te praten over degene die is gestorven. Waarschijnlijk worden er nu taken van de ouder(s) verwacht die ze nooit eerder hebben gedaan, en dat betekent extra werk en verantwoordelijkheden.
Het kind kan pas beginnen met verliesverwerking als het op alle niveaus weet dat er een verlies heeft plaatsgevonden. Het zien van het lichaam van de overledene draagt bij tot het besef van de werkelijkheid en de onherroepelijkheid van de dood. Een begrafenis kan kinderen de gelegenheid bieden om gedachten en gevoelens over de overledene te uiten. Als kinderen niet de mogelijkheid hebben om een dode te zien of te participeren in rituelen als de begrafenis, dan zullen zij het veel moeilijker hebben en meer tijd nodig hebben om zich het verlies te realiseren en te kunnen beginnen met verwerken. Zelfs kinderen die overal bij betrokken zijn geweest zullen regelmatig het gevoel hebben dat het allemaal niet waar is. Dat papa op vakantie is en hij je straks gewoon uit school komt halen. Maar deze kinderen hebben de mogelijkheid om – ook later als ze wat ouder zijn- terug te grijpen op hun ervaringen en herinneringen rondom het overlijden
Voor kinderen die deze ervaringen niet hebben zal er meer en langer pijnlijke onzekerheid en teleurstelling zijn als papa telkens maar niet terug komt: niet met sinterklaas, niet met kerst en zelfs niet op de verjaardag van het kind.
Voor kinderen die betrokken zijn bij de vliegramp is het verkrijgen van informatie moeilijk. Niemand weet precies (nog) wat er is gebeurd en de lichamen worden ook nog niet vrijgegeven. En zijn ze nog te zien als ze eenmaal worden vrijgegeven? Het voor kinderen dan extra moeilijk te realiseren dat het verlies heeft plaatsgevonden (rouwtaak 1). Hoe moeilijk ook, probeer zo eerlijk mogelijk antwoord te geven op de vragen van kinderen. Hou geen informatie achter, er wordt zoveel informatie verspreid via TV, radio en internet, dat een kind het beter van zijn ouder(s) kan horen dan op straat! Dan kan hij er namelijk van alles bij gaan fantaseren (wat in dit geval waarschijnlijk toch al gebeurt).